Beeld

“Humor relativeert de zaken, het is een universele taal.”

— Interview met Frederik Lizen door Marieke Mertens
Afbeelding
Body

Wie door Antwerpen wandelt, wandelt eigenlijk door een enorm groot kunstatelier, dat van Frederik Lizen (36). Onder de naam En Plein Public gaat hij sinds 2010 te werk met de nodige graffiti op bouwpanelen en dat werk heb je ongetwijfeld al gespot.

Hoe zou je zelf je werk omschrijven?
“Ik noem het zelf ‘publieke schilderijen’, omdat ik ze tegelijkertijd maak én tentoonstel in de publieke ruimte.”

“Daardoor wordt mijn werk bezichtigd door een breed publiek: mensen van verschillende etnische afkomst, zowel hoog- als laagopgeleiden, zowel jong als oud,... met wel één gemeenschappelijke factor: ze zijn allemaal onderweg, en dus vaak ook gehaast. Die factor heeft doorheen de jaren de vormentaal van mijn werk bepaald. Blokken tekst en details gaan voor passanten verloren, dus als ik voor een groot bereik wil gaan, moet ik het doen met een paar simpele treffende beelden en woorden.”

Voor jou geen klassiek indoor atelier dus, wel de open ruimte. Vanwaar die keuze?
“Het is een noodzaak voor mij. In de buitenruimte heeft mijn werk direct een doel: het wordt meteen gelezen en er wordt meteen op gereageerd. Het heeft een functie en zingeving op die manier. Iets wat ik zou missen als ik alleen in een atelier te werk zou gaan: voor wie of wat ben ik dan bezig? Een mooi schilderij voor in iemand zijn woonkamer? En wat is de functie dan van dat schilderij?”

“De omgeving zorgt ook voor inspiratie en interpretatie. Dat laatste is altijd heel interessant om te zien: door de verscheidenheid van mijn publiek, wordt een werk door iedereen anders gelezen. Voor het werk ‘RED GROEN’ startte ik eerst met een blauwe en gele onderlaag, waardoor heel veel Oekraïners halt hielden. Later schilderde ik een rood en groen oppervlak en dat trok dan weer Portugezen aan. Tegelijkertijd zagen ook veel voetbalfans er de kleuren van hun favoriete ploeg in, en andere mensen voelden zich dan weer politiek gehoord.”

“Ik vind het interessant om zoveel mogelijk mensen van verschillende culturen aan te spreken en zo in verbinding te stellen met elkaar. Om al die verschillende associaties en interpretaties op te wekken, probeer ik zelf zoveel mogelijk verschillende lagen in mijn werk te steken.”

 

Main content
Media content
Afbeelding

 

De laag humor niet te vergeten.
“Ik gebruik inderdaad vaak jokes en woordspelingen. Humor relativeert de zaken, het is een universele taal. Het is mijn manier om problematieken aan te kaarten, in plaats van echt te willen choqueren of iets ‘vulgair’ te maken.”

Je zet inderdaad bepaalde problematieken letterlijk in de verf. Waarom?
“Omdat het eerst en vooral thema’s zijn die mij zelf raken. Ik voel de nood om daar iets over te zeggen, te maken, zodat passanten er ook bij stilstaan op een andere manier dan dat ze zouden doen bij het zoveelste krantenartikel dat er over wordt geschreven.”

Heeft niet elke stad of dorp nood aan de ‘eyeopeners’ van Frederik Lizen?
“Haha, dat weet ik niet! Wel aan reflectie over wat er gebeurt. Dat kan op alle soorten manieren. Ik denk dat elke locatie zijn specifieke onderwerpen heeft waarop gereageerd kan worden. Of het nu via beeldende kunst, muziek, theater of andere kunsten gebeurt.”

Media content
Afbeelding

Kom je zelf ook op straat voor de thema’s die je aankaart?
“Mijn werken zijn mijn protest, mijn vorm van activisme. Ik wil er ook mensen mee activeren: even laten nadenken over de dingen, niet alles als vanzelfsprekend beschouwen, maar wel in vraag stellen en daardoor dan op hun manier misschien actie ondernemen.”

Doordat je bepaalde thema’s aankaart, schop je mogelijk mensen/instellingen tegen de schenen. Werd je ooit al gecensureerd?
“Ik wil nooit kwetsen, maar het is al gebeurd dat mensen toch aanstoot namen aan de inhoud van mijn werk. In 2020 heb ik n.a.v. de dood van George Floyd een scène geschilderd van een Afro-Amerikaanse man met ‘I can’t breath’ en dan ook wat verwijzingen naar de politie erbij. Daar was de politie zelf duidelijk niet mee opgezet, dus ze hebben dit laten verwijderen. Nadien heeft kunstenaar Ayrton Eblé dan een kader rond het gecensureerde vlak getrokken, met daarbij de titel ‘Erased painting by En Plein Public’ en dat hebben ze nadien ook verwijderd. Censuur op censuur dus. De sterkte is dat de actie van de politie ervoor zorgde dat het werk – getiteld ‘çois Suffit’ – veel meer waarde en bereik kreeg dan de oorspronkelijke versie.

Naast censuur zijn je werken ook onderhevig aan weersomstandigheden, dronken passanten,... Worden ze vaak gevandaliseerd?
“Mijn werken zijn nooit af, ze blijven altijd in beweging doordat ze open en bloot tentoongesteld worden. In musea mag je niks aanraken, bij mijn schilderijen is de trigger heel groot om dat net wél te doen. Ik zie het dus niet echt als vandalisme, maar eerder als een voordeel: het symboliseert voor mij dat het werk leeft.”

Media content
Afbeelding

Met als gevolg dat het ook weleens op de container belandt.
“Soms probeer ik afspraken te maken met de aannemer van de bouwwerven waar ik aan de slag ga. Maar lang niet iedereen staat te springen voor een samenwerking, omdat het als graffiti beschouwd kan worden en anderen hiertoe zou inspireren.”

“Daardoor gebeurt het vaak dat de panelen bij afloop van een bouwproject verdwijnen: ze worden door de firma gerecupereerd - omdat bouwmaterialen zeer duur zijn geworden de laatste jaren - en verschijnen dan in andere gedaantes op nieuwe werven. Of ze belanden in het containerpark. Als ik een bepaald werk écht wil behouden, koop ik het indien nodig zelf op.”

Kan kunst de wereld redden?
“Dat denk ik wel! Maar zeker niet op zichzelf. Niet alleen kunst kan de wereld redden, de kunst heeft u daarvoor nodig.”