Kunstbende 2004: Jeroen De Preter over Kunstbende

Body

Joernalist Jeroen De Preter over Kunstbende

Op 1 mei 2004 leverde Steve Stevaert in hoogsteigen persoon de sleutels van zijn stad af voor de grote finale van de vijfde editie van Kunstbende. 5 jaar wedstrijden in kunst. Sleutelwoorden? "Originaliteit", "diversiteit" en "authenticiteit". Motto? "Doen!". En wel verspreid over 9 categorieën, gaande van dans over vormgeving tot tekst. Zie Kunstbende als jaarlijkse jubel van de jong geïnteresseerde kunstproleet. Of als jaarlijkse studiereis voor kenners die hun ervaring scherpen aan de energie waarmee Kunstbende-jongeren hen van de sokkel blaast. Neem nu De Morgen-journalist Jeroen De Preter. Hoest desgevraagd het aantal komma's in het verzameld werk van James Joyce op, heeft een poster van Goethe boven het bed hangen en kijkt je aan alsof je wenkbrauwen overtollige interpunctie vormen op je gelaat. "Ik heb al 4 keer in de jury van Kunstbende gezeten", zegt hij. "Ik ben ondertussen redelijk vertrouwd met het gegeven."

"Ik kom altijd opnieuw goedgezind thuis na een juryzit op Kunstbende. Dat heeft alles te maken met het enthousiasme van die jongeren. Ik vind het geweldig dat er zoveel respect voor elkaar is en voor wat er op het podium gebeurt. Dat is vreemd, want de kwaliteit is niet altijd even hoog. Maar de energie waarmee jongeren op hun gezicht gaan, maakt veel goed. Als literatuurrecensent word je vanzelf een beetje cynisch. Kunstbende is daar een goed antigif voor. En dus jureer ik met de glimlach."

- Geloof je in Kunstbende als kunsteducatief project?
"Ik denk dat de jeugd daar wel iets van oppikt. In die zin dat Kunstbende hen verduidelijkt dat kunst iets is waar weinig regels voor bestaan. Dat kunst deels met scholing te maken heeft, maar op dat moment in hun leven vooral met vrije expressie van iets dat prettig is. Kunstbende is meer dan een wedstrijd in kunst. Het wedstrijdgehalte speelt wel mee. Maar het gebeuren op zich is zeker zo belangrijk. Neem bijvoorbeeld de Rock Rally; om maar een andere wedstrijd te noemen. De winnaar daar krijgt een half miljoen en een platencontract. Dat heb je bij Kunstbende niet. Hoogstens krijg je een workshop in één of ander Baltisch land aangeboden. Ik denk dat de wedstrijdfactor de trigger is. Maar niet de essentie.

- Is dat dan het bendegevoel?

"De bende, ja, inderdaad. Of de jeugdbeweging. Het voortdurende "wij-gevoel". Je hebt niet alleen de voorrondes en de finale. Je hebt ook de workshops daartussen en de opvolging achteraf. Villanella heeft dat goed gezien. Al zal voor sommige jongeren ook wel het enige doel zijn die wedstrijd te winnen. Mij valt het echter op dat zo'n voorronde of finale voor veel jongeren gewoon een leuke dag uit is. Omdat ze samen zijn. Met hun familie, hun vrienden."

- Is Kunstbende voor alle jongeren?
"Het zal wel voor een beperkte groep zijn. Maar die komt dan ook massaal. De deelnemers komen vermoedelijk vooral uit de kunsthumaniora of de Steinerschool. Ik denk niet dat er veel inschrijvingen komen uit de technische of beroepsopleidingen. Maar dat is een probleem dat je overal ziet. Ik heb onlangs een stuk geschreven over bibliotheken. Bibliotheken zijn eigenlijk bestemd voor mensen die geen boeken kunnen kopen. Wie heeft er een lidkaart van een bibliotheek? Mensen zoals jij en ik.  Rijke mensen dus. (lacht) Armen of werklozen maken nauwelijks gebruik van bibliotheken. En dat zie ik bij Kunstbende ook. Ik weet dat Villanella zijn best doet om zo breed mogelijk te rekruteren. Maar dat is een werk van een paar eeuwen, denk ik."

- Sluit Kunstbende aan bij uw visie op kunsteducatie en jongeren?
"Kunstbende is natuurlijk niet het enige."

- Wat is uw visie eigenlijk?

"Op kunsteducatie en jongeren? Gewoon. Zoals ik ook over educatie denk. Dat er aan de ene kant gewoon geleerd moet worden. Dat ze weten dat er een Picasso heeft bestaan en dat Rubens ooit geschilderd heeft. Dat moet toch wel een beetje gekend zijn. Dat is één poot. Een belangrijke andere is ook dat creativiteit wordt aangescherpt. Vroeger was het uitsluitend slikken. Nu is het heel belangrijk dat je jezelf artistiek ontplooit. Soms heb ik de indruk dat de balans naar creativiteit is doorgeslagen. Kijk, ik heb zelf Germaanse Talen gestudeerd. Ik heb nog net meegemaakt dat het Amerikaanse onderwijssysteem zijn opgang maakte op de universiteiten. In dat systeem ligt de nadruk op debat en discussie. Ik ben dan een jaar in Berlijn gaan studeren en daar was het Amerikaanse systeem al helemaal doorgevoerd. Je deed daar niets anders meer dan papers schrijven en discussiëren. Ik had zelf Duitse literatuur gestudeerd en ik wist gewoon meer dan die Duitsers zelf. Ze kregen nauwelijks nog inhoud. Ik vind het belangrijk dat beginnende kunstenaars weten dat wat ze zelf doen in een traditie vervat zit. Anders krijg je mensen die een urinoir op de Kunstbende gaan zetten en niet weten dat Duchamps hen voor was.

Tellen van 1 tot 5

"Ik ben jurylid voor de categorie "tekst". Concreet komt het erop neer dat je de teksten leest, onafhankelijk van elkaar en dat je kiest. Dan begin je te discussiëren. Vervolgens nummert iedereen individueel de teksten van 1 tot 5 en dan tellen we de punten op. Wie het meeste enen haalt, heeft gewonnen. Zo simpel is dat. (lacht) Als je over criteria spreekt, is het vaak zoeken naar een gulden middenweg tussen wat perfect geschreven is (zonder dt-fouten of grammaticale fouten) en onversneden talent. Geef je de prijs voor het intrinsiek grootste talent of voor iemand die wel goed schrijft, maar niet echt afwijkt van de geijkte taal en cliché? Ik ben zelf geneigd om voor het laatste te kiezen. Goed of slecht, zijn natuurlijk heel subjectieve criteria. Maar meestal zie je vrij snel wat bovendrijft.

- Probeer je die jongeren na het verdict goede raad mee te geven?
"In de juryrapporten van de jury probeer je wel altijd het positieve te beklemtonen. Ik recenseer boeken voor De Morgen en daar zeg ik het gewoon hard uit: "dit is goed en dit is slecht." Zo zal ik nooit in een juryrapport uithalen. Je bent met mensen van 16 jaar bezig. En daar wil ik rekening mee houden. Vooraf worden wij trouwens geïnstrueerd. Dat het technische aspect van een tekst niet zo zwaar mag doorwegen dan de originaliteit of de creativiteit. Dat is logisch. En dat snap ik zelf ook wel. Met de graad van afwerking van een tekst houden we bijvoorbeeld dan weer wel rekening. Omdat dat deel is van het schrijven. Kijk, als iemand piano komt spelen en hij heeft er 5 keer naast gespeeld, dan zal de jury dat vermoedelijk minder belangrijk vinden wanneer dat een nieuw nummer is dat voor de eerste keer voor een publiek wordt gespeeld. Ondanks die fouten, blijft dat boeien. Maar als er zo een poppemieke heel schoon en perfect Für Elise komt spelen, haakt zo'n jury vermoedelijk wel af. Anderzijds; moet zo'n origineel nummer wel goed origineel zijn om indruk te maken. Ik bedoel dat ik wel kan zeggen: "die auto rijdt als een roos". Maar eigenlijk slaat dat nergens op. Dit gezegd zijnde: het is een klus. Jureren. Trouwens, wat is dat techniciteit? Bij het schrijven gaat dat over zonder fouten kunnen schrijven. Maar dat valt allemaal best mee. Ik denk dat het onderwijs daar goede dingen heeft gedaan. Maar het alfabetiseringsproces is dan ook al 100 jaar bezig. Dat jongeren ongeletterd zijn, geloof ik absoluut niet. Het onderwijs hecht tegenwoordig veel meer belang aan zelf spreken en zelf schrijven. En je ziet dat dit iets oplevert. Jongeren kunnen schrijven. En toch zeker technisch."

Sofie de Schampheleire
Ex-Kunstbende stagiaire, auteur van de thesis 'Omnivorisering bij cultureel actieve jongeren', heden woonachtig te Zweden alwaar ze Kunstbende tussen rendieren organiseert