Hotel Ideal 2002: Hotel Hallo?

Categorie

Actuele volkscultuur. Van mesthoop tot goudmijn.

Hotel Ideal. De beginselverklaring was kort: van een als problematisch ervaren buurt het stralende middelpunt van de stad maken. En dat door middel van sociaalartistieke projecten die tot ieders verbeelding spraken. Ankerpunt? Het woord “Winkelen”. Hotel Ideal bundelde immers werk van artiesten, gezelschappen, straathoekwerkers, verenigingen, bevlogen individuen, handelaarverenigingen en een immense trits andere lieden rond de nanometer van het stedelijke leven; de winkelstraat.

Het startschot van Hotel Ideal werd gegeven tijdens het Tweetaktfestival. Zeggen en schrijven: april 2001, Antwerpen. En dat tussen het station van Berchem en het lokale Cultuurcentrum. Een feestelijke opening op Paasmaandag met een muzikale optocht door de Statiestraat trok de aandacht van de hele buurt: meer dan 1000 mensen reageerden enthousiast en zorgden voor een élan dat een hele week zou blijven doorzinderen. Pendelaars in het station werden verrast door een talkshow vanuit een chique hotelkamer; piccolo’s deelden zeepjes uit, straathoekwerkers Paaseieren. In de straat struikelde je verder over verhalen, installaties, fototentoonstellingen - you name it - het was daar. Een bundeling van engagement. Een opstoot van energie.

Een week voor de opening van de eerste Hotel Ideal in Berchem dreigde een crisismoment. Te weinig eigenaars van leegstaande panden wilden hun winkel ter beschikking stellen of zelfs maar verhuren. Daardoor dreigden een paar mooie projecten tijdelijk dakloos te worden. Handen in het haar. Maar daar kwamen plots  twee Turkse dames luid en krachtig een groot pand opeisen dat hun “werd toegezegd” en wel voor hun Turkse Tent waarin zij iedereen wilden ontvangen met de meest dierbare voorwerpen uit de familiegeschiedenis. Met koekjes, de hele middag de bak vol, een glinsterende uitstalling van kostbaarheden, een warme ambiance. Niet dus, dachten wij. En dachten zij. Maar na een goed gesprek bleek dat zij ons alsnog een goudmijn van winkelpanden konden geven, dat wij hun financieel konden ondersteunen en dat Hotel Ideal alsnog op de wagen zou zitten. Actuele volkscultuur in Berchem. Een zevendaagse kunsteninstallatie. Een ballenbad met vragen. Want stel je voor wat er op het gros van de tentoongestelde spullen van die Turkse Tent stond? “Made in Taiwan”. Jawel.

Van een dorpse omgeving naar een niemandsland
Het kunstencentrum Villanella en het jeugdtheatergezelschap Laika waren al jaren actief in Berchem, maar dan binnen de muren van het cultuurcentrum. Dit eerste echte artistiek project met burgers en verenigingen leerde ons het dorpse karakter van Berchem kennen. Een hecht netwerk van kleinhandel, een typisch sociaal weefsel van verenigingen waarin dezelfde mensen opdoken als voorzitter, secretaris en penningmeester. Af en toe kregen we ook een blik op de informele sociale hiërarchie, die we eerder in een dorp dan in een stad vermoedden. En in de voorbereiding kregen we onverwachte cadeaus zoals die Turkse jongeman van 17 jaar die in onversneden Antwerps verzuchtte: “onder deze kerktoren ben ik geboren en ik wil hier ook trouwen en blijven wonen.”

De keuze voor de tweede Hotel Ideal viel op de Offerandestraat. Ooit een straat die tot de verbeelding sprak voor de hele shoppende provincie Antwerpen. De eerste “winkelwandelstraat”. In 2002 een gebied op zoek naar een nieuwe adem. Om de hoek huisjesmelkers die politiek vluchtelingen opstapelden. Om een andere hoek uitkijk op keurig saaie middenklasserwijken. En in vogelvlucht? Misschien wel meer dan 100 nationaliteiten op minder dan 1 vierkante kilometer. Een amalgaam van winkels die soms sneller van eigenaar veranderen dan u en ik van broek.  En wij daarnaar toe. “Hotel Ideal maakt van de Offerandestraat tien dagen lang de bruisende en stralende Meir van Antwerpen. Kernwoorden: Kunst, Buurt, Shoppen en Goesting. Winkels met muziek en feestartikelen. Cafés met orkest. Verhalen van passanten uit verre windstreken, een bordeel vol sprookjes, een huis verlaten door 20 families. Hotel Ideal heeft een eigen menu: eten in de buurt.” Zo luidde de eerste promotietekst in het voorjaar van 2002.

Begin april van datzelfde jaar is de Offerandestraat dan het tafereel geworden van een gewelddadige uitbarsting na een uit de hand gelopen pro-Palestijnse betoging. Winkels werden geplunderd, het sociale weefsel zwaar beschadigd. “De dingen zijn zo complex geworden dat “een weergave van de realiteit” minder dan ooit iets zegt over de realiteit”, wist Bertolt Brecht al. Context is nooit stabiel. De gebeurtenissen van april 2002 zorgden voor getob. Frivoliteit moest opnieuw getoetst, artistieke inhouden herdacht. Maar de actuele volkscultuur met zijn weerhaken, zijn pijnpunten en snijkanten, bleef voor een kunstencentrum als Villanella een goudmijn, een draaischijf tussen hedendaagse kunst en een breed publiek. Een waarachtige ontmoetingsplek om te onderzoeken hoe dat nu zat met het wezen van de bewoners van Vlaanderen en hun kunst en hun cultuur. Wat met het plan om de Afrikaanse swing en de Vlaamse pateekessalon te mengen? Wat met het plan om het provocerende werk van Joep Van Lieshout (een omgebouwde bestelwagen met levensecht machinepistool) neer te zetten aan het begin van de straat – de ene dag gericht naar de buitenwereld, de andere naar de straat zelf? Wat met? Getob. Maar doordoen. En geloven in de dynamiek. De energie. De quotes die dat opleverde. Gebald in veertien panden. Met thema’s als illegaliteit, huisjesmelkerij en criminaliteit. En massa’s volk daarlangs, daarin, daarrond.

Roel Verniers/Marc Verstappen