Weerwoord

Jos Geysels over A.F.Th. van der Heijden

Categorie

Tijdens De Inktaap slotdag bracht Jos Geysels een laudatio voor A.F.Th. van der Heijden. Lees wat Jos Geysels te vertellen  had...

Iets meer dan twintig jaar geleden zag A.F.Th. van der Heijden Roman Polanski wandelen in Parijs. Toevallig. "Manson en Polanski in één gevangenis. Dàt moet exploderen,"  zou de schrijver gedacht hebben.

In elk geval, Het schervengericht heeft scherven achtergelaten en gensters geslagen. Het is immers een boeiende thriller, een schrijnende analyse van het gevangenisleven, een ontluisterende  weergave van de voorbije hippietijd van de jaren zeventig en een brede  kroniek met verwijzingen naar racisme, fascisme, Pim Fortuyn, John Lennon, de bierfeesten in Duitsland, Theo van Gogh en  hooligans .

Dit boek is veel: veel bladzijden, veel thema's, veel beschouwingen. Een dik boek dus. Het kan niet op bij A.F.Th. En voor minder doet hij het zelden. En ook wat mij betreft, hoefde dit boek niet dunner te zijn. Beter een dik dan een saai boekje. Vanaf het moment dat ik begon wilde ik altijd maar verder lezen. Zijn tekst vulde mijn uren met gigantisch leesplezier.

Het  boek is immers een  vuurwerk van woorden van de schrijver over licht en donker,  goed en kwaad, hoogmoed en val, werkelijkheid en waarheid, verlossing en onderwerping, de gespletenheid en de beschetenheid.  Al die thema's zaten al in het hoofd van de schrijver, in zijn documentatiemappen en  schema's. En nu staan ze  op papier en komen ze  in ons hoofd terecht. En ze zitten er nog altijd in. Is  het dat niet wat literatuur boeiend maakt:  rustig een boek lezen terwijl het verstand aan het werken is. De discipline van de schrijver die ons leesplezier oplevert. Leven, in dit geval lezen, van het zweet van de andere. Heerlijk toch!

A.F.Th. is megalomaan, zijn boeken publiceert hij graag in cycli van zeven negen of nog meer delen. En wie streeft  naar het allerhoogste, moet ergens een keer struikelen. Maar  ik hou, zoals de verteller in het boek, van mensen die het allerhoogste nastreven. Het maakt hen kwetsbaar, hun wanhoop  groter, net als hun idealen. Maar AF.Th. faalt hier niet zodat ik niet, over zijn woorden struikel.

Het schervengericht is een perfecte  compositie van feiten en fictie.  Van een, althans voor velen, bekend verhaal maakt hij een nieuwe versie van de werkelijkheid.