Hotel Ideal 2002

Categorie

Karakters trekken. Hotel Ideal in de Offerandestraat. 2002. Met een vrouw die het midden houdt tussen zigeuner en nobelprijswinnares literatuur. Ze bemande de "Portretterie"; een stand waar je jezelf en je karakter op papier liet zetten. Het opzet was als altijd eenvoudig. Bezoekers lieten zich fotograferen. Snapshots op papier. Daarna ging de vrouw aan de slag. Ze las je karakter in het beeld. En in haar vingers zong het geheugen van het eerste oogcontact. Wat ze schrieef was schetsmatig. Maar raak. Hotel Ideal in de Offerandestraat. Met de Portretterie als kleine catalogus van bezoekers.

Nicole

Ik ben een diamant
Het leven heeft er de scherpe kanten vanaf gesleten
Maar ik schitter nog altijd
In duizend facetten
Vroeger zeiden ze: ‘jij verblindt ons’
Ik zeg
Liever blind dan verduisterd.

Toegegeven.
Ik heb me vaak aan mezelf gesneden.
Ik heb het verdriet uit mijn leven gebeend
Dat houdt een mens scherp.

U zegt
Waar is die diamant.
Ik zeg
Wacht tot ik lach
De schittering begint achter mijn tanden
Waar humor het donker weg kaatst.

© Hanneke Paauwe

Miet

Mijn handtas is mijn miniwereld
De inhoud:

  • Een vuistdikke agenda,
    een Jan Fabre-monument op handformaat
    vol krassen, strepen, doorhalingen en uitroeptekens
  • Een OB waarvan het cellofaantje losgelaten heeft,
    genesteld in een hoekje als een wollige muis.
  • Een paar ons sleutels
  • Een verkreukte envelop van mijn lief (met 1000 kusjes erin)
  • Een flesje Fa dat oceanen onder mijn oksels belooft
  • Mijn lievelingsvulpen die het innerlijk van mijn tasje al veel bevlekt heeft
  • Twintig kralen van een kapot armbandje
    uit India
    Ze spelen verstoppertje, maar ik weet dat
    ze er zijn, ergens tussen rits en drukknoop
  • Een grote portemonnee met veel te weinig geld
  • Een regenboog aan ritseletiketten van festivals

En verder een likstok die wacht op een goed moment om te smelten.

Mijn leven als handtas
Alles wordt regelmatig door elkaar gegooid
Een draagbare chaos
Waarin alles aanwezig is

© Hanneke Paauwe

Ellen

Lang geleden
Was zij Doornroosje
Haar burcht was
Overwoekerd door verdriet
Ze leunde op haar kussentje
Waarop in gouden letters
Geborduurd stond:
Later…

Zij trok zich terug
In de grauwe parkeerplaats
Van haar geheugen
Zij vergat de staanplaats
Van de mooie momenten
Een vrouw in de dooi van haar bestaan

Vanuit haar toren keek ze
Naar de verstilde wereld
Waar de zot met zijn wijsvinger
Brieven aan god schreef
In de lucht boven zijn kalende schedel

Elke avond klopte de zot aan de poort
Hij gaf haar een bosje klaver
‘Vier’ zei hij, dat brengt geluk
Maar de zot, hij kon niet tellen.

De zot bleef kloppen.
De zot bleef klavertjes vier afleveren
De zot bleef brieven in de lucht schrijven
Doornroosje keek. Doornroosje las de hanenpoten:
Nu
Schreef de wijsvinger van de zot

Doornroosje nam haar bossen klaver
Voor de poort van de burcht hangt nu een kussentje
In goudgeborduurde letters staat erop:
Onbewoonbaar verklaarde woning

© Hanneke Paauwe