Weerwoord

Kraai: Buurvrouw - De maanorchidee

Categorie

Buurvrouw is een reeks van Maarten Inghels die twee keer per week verschijnt op onze website. Het gaat over een huis, de straat en het café om de hoek. De personages spelen evengrote rollen als de sanseveria, de muggen en de tafel waaraan ze koffie drinken.

De maanorchidee

De dag dat mijn kraan lekte vertelde Buurvrouw nogmaals dat ze van orchideeën hield. Dat had ze me al vaak genoeg verteld wanneer ze op de koffie was. Altijd wanneer Buurvrouw een koek uit de schaal nam zei ze: 'Een orchidee zou erg mooi in mijn woonkamer staan.' Mijn kennis van planten beperkte zich echter tot de talrijke sanseveria's die ik halfjaarlijks verpotte zodat ze meer ruimte hadden om te groeien. Dat is een illusie, vrouwentongen maken het nooit erg bont in de breedte, maar durven zich in de hoogte wel eens van hun beste kant laten zien. Ze worden wel eens de planten van de armen genoemd omdat water geven niet erg belangrijk is, en het onderhoud tot een minimum beperkt blijft. Vooral dat laatste spreekt me bij vetplanten erg hard aan.

De ochtend nadat Buurvrouw de hele nacht ziek was geweest en mijn kraan lekte kocht ik op de markt een orchidee van het geslacht Phalaenopsis. Die groeiden monopodiaal, net zoals de vetplant. Mijn Buurvrouw verafschuwt vetplanten, zoals de sanseveria, maar houdt wel van opwaarts groeiende wortelstokken die vanuit de toppen één of twee dikke, vlezige, eliptische bloemdekbladeren per jaar produceren. Het exemplaar dat ik had uitgezocht mocht blijkbaar geen pseudobulben hebben, volgens Wikipedia.

Ik dacht dat Buurvrouw het wel goed zou vinden, dat haar maanorchidee geen pseudobulben vormde. Een pseudobulb is immers een soort schijnpuist die als reservoir dient voor de opslag van water. Dan toch liever een orchidee zonder knobbels en putten op zijn wortelstok en bladeren.

Thuisgekomen klopte ik bij haar aan maar niemand deed open. De maanorchidee zette ik voor haar deur met de bloemen in de richting van de trappenhal. Aan de wortelstok hing ik met een touwtje het kaartje waarop ik had geschreven: 'een maanorchidee, liefs.' Ik had het kaartje niet ondertekend. Die middag ging ik geregeld op de overloop staan om te horen of Buurvrouw thuiskwam. 's Avonds stond de orchidee er nog steeds en voordat ik ging slapen gaf ik hem een scheut water - er vormde zich een plasje op het parket in de gang. Tijdens het tandenpoetsen las ik op het internet verder over de orchidee die blijkbaar zijn naam gestolen had van het Griekse Orchis wat dubbele wortelknol betekent, maar ook: teelbal. Toen ik de volgende ochtend de krant ging halen stond de maanorchidee er niet meer.