
Als iets stuk is,
dan kan je er niet meer mee spelen.
Tenzij dan met de stukjes.
Maar die zijn soms te scherp
en kunnen pijn doen.
Dus dat mag dan weer niet.
Veel dingen gaan kapot.
Lampen. Kranen. Broeken.
Winterjassen. Mensen ook.
Mensen gaan ook kapot.
Mensen gaan zelfs zo kapot
dat ze doodgaan.
En dan moeten ze weg.
Niet in de gewone vuilbak natuurlijk,
zoals de lampen en de kranen
en de winterjassen.
Maar weg gaan ze wel.
Om nooit meer terug te komen.
En dat, dat is echt heel, heel triestig.
Dat ze nooit meer terugkomen?
Dat is niet te begrijpen.
En oneerlijk. En rot.
En kut en fuck en shit.
Sorry voor de vuile woorden.
Dat mag je natuurlijk niet luidop zeggen.
Maar zo voelt het wel.
Met Finale brengt compagnie barbarie een voorstelling over eindigheid en tijdelijkheid. En, om het grote woord te noemen: over de dood. Een voorstelling die laat beseffen dat doodgaan betekent dat je nooit meer terugkomt. En dat je daarbij alles mag voelen wat je voelt.