
Italië, 1944. In Vermiglio, een bergdorp hoog in de Italiaanse Alpen, is de oorlog altijd aanwezig, ook al lijkt hij ver weg. De afwezigheid van de jongemannen uit het dorp die opgeroepen werden, laten een leegte achter. De komst van Pietro, een gedeserteerde Siciliaanse soldaat, verstoort de dynamiek van het rustige dorp en vooral de dynamiek binnen het grote gezin van de plaatselijke onderwijzer. Er bloeit een liefde tussen Lucia, de oudste dochter van het gezin, en Pietro. In vier seizoenen zien we hoe de dikke laag sneeuw smelt, en vrede haar intrede doet in het land. Maar terwijl de rest van de wereld langzaam lijkt los te komen uit de oorlog, krijgt het gezin haar eigen tragedie te verduren.
Voor haar debuut haalde regisseur Maura Delpero herinneringen uit haar eigen familiegeschiedenis aan. Haar verhaal gaat naar eigen zeggen over “kinderen en volwassenen, tussen sterfgevallen en geboorten, teleurstellingen en hergeboorten, van elkaar stevig vasthouden terwijl het leven voortkronkelt, en over hoe een gemeenschap zich splitst in individuen. Over de geur van hout en warme melk op ijskoude ochtenden. Het is het verhaal van een oorlog, maar zonder bommen of zware gevechten. Een verhaal volgens de compromisloze logica van een berg die de bewoners er elke dag aan herinnert hoe nietig ze zijn.”